Vandaag was Saida jarig. 10 jaar werd ze. Sinds 2 jaar kom ik bij haar en haar zusjes over de vloer. Eerst als voorlezer, nu als huiswerkbegeleider. Ik was dus al wel gewend aan drukte thuis, aan altijd donker in de kamer (mag het gordijn open?). Aan omes op de bank die slappe handjes gaven en aan hun moeder en oma die gaandeweg ik langer over de vloer kom steeds aardiger worden. Een verjaardag is echter nog wel andere koek, waarbij het cultuurverschil tussen de familie uit Sierra Leone en mij als Nederlander bij mij scherp naar voren kwam.
Leuk is natuurlijk altijd het uitzoeken van het kadootje. Mijn eigen zoon schreeuwde altijd als er een kadomoment aankwam: ik hoef geen boek! Nou heb ik hem tot ver in de pubertijd zoveel voorgelezen dat ik me daarbij neerlegde omdat ik hoopte dat hij genoeg boekenbagage had. Als voorleesjuf kom ik er niet onderuit, vind ik, om de meisjes wel boeken te geven als de gelegenheid daar is. Inmiddels al 10 jaar oud wist ik het even niet en liet me voorlichten door een medewerkster van Colofon, de nieuwe geweldige boekwinkel, ontstaan als collectief uit de failliete boedel van Polare. Ze wees me de kast en liet me boeken zien die nu populair zijn bij die leeftijdsgroep. Ik vond ze eigenlijk niet leuk genoeg. Toen zag ik ineens in de kast: De brief voor de Koning van Tonke Dragt. Natuurlijk , dacht ik . Het beste boek ooit geschreven voor jeugd. Dus die werd het. De queeste van (bijna) ridder Tiuri naar het land van Unauwen. Zelf heb ik dit boek idioot vaak gelezen. Ik denk dat het wel 20 keer is.

Toen naar de verjaardag. 15 Afrikaanse meisjes krioelden door het huis. Allemaal met een smartphone waaruit verschillende muziek kwam. Het was 16:00 uur maar er was voor iedereen gekookt. Een vol bord rijst, noedels, kip. Heerlijk, maar mijn maag was er nog niet aan toe. Hoewel ik wel al had gemerkt dat er niet echt regelmatig werd gegeten daar, had ik het er nu voor het eerst over met Aicah. "We eten als we honger hebben", zei ze "al is het midden in de nacht!" Ze vond het raar dat ik dat niet doe en dat ik W. zelfs verbied om om om 4 uur boterhammen te smeren of bij het naar bed nog een eitje te bakken.
Toen het boek. Saida was blij, zoals zij altijd blij is met een boek van me. Maar toen ze hardop begon te lezen schoot er door me heen dat het al lastig is een andere cultuur, een hedendaagse, je eigen te maken, maar dat het nog een stap verder gaat om je in te leven in de geschiedenis van die cultuur. In dit geval de tijd van ridders, harnassen, monniken, kapellen.
Commentaar van haar vriendinnetje: "oh, ik lees dat soort boeken niet". Ineens voelde ik me wat pedant om Saida met deze, in mijn ogen, onmisbare literatuur op te zadelen. Toch ga ik proberen haar de schoonheid van het boek te laten zien. Als is het maar om de wonderschone tekeningen van de schrijfster zelf.