dinsdag 31 januari 2017

jam, bloemen en ziekenhuis

F. heeft zijn repertoire jams uitgebreid. Abrikozenjam was zijn forte, twintig potjes vullen in een middag, daar draaide hij zijn hand niet voor om. Later kwamen daar ook andere smaken bij. Rode vruchten zoals frambozen en bessen. Maar deze zaterdag waagde hij zich aan mijn lievelingsjam : sinaasappel. De bio winkel had bittere sinaasappels in de winkel. Een kilo sinaasappels, de (helaas vele) pitten eruit pulken, één kilo suiker, een halve liter water en een uurtje later had hij de jam van onze Franse jam-man Giordani geëvenaard.
Om in dezelfde opgewekte kleuren te blijven heb ik bij onze eigen Klarendalbloemist, die tot mijn verbazing, heel trendy, de mooiste bloemen per stuk verkoopt een 'Bloomon' boeketje samengesteld.

Uit het ziekenhuis over mijn vader geen vrolijk nieuws. Een vrijdag ontstane longontsteking, een delier, een divertikel in de slokdarm en nog een paar andere probleempjes stellen de doktoren voor problemen.

woensdag 25 januari 2017

ziekenhuis en Uilen

Twee zaken hielden mij de afgelopen week bezig. Voor tachtig procent was dat de ziekenhuisopname van mijn vader en alles wat daaruit voortkomt: huis opruimen, gesprekken met artsen, ongerustheid, mededogen....  Zijn dementie heeft een sprintje genomen en de hulpverleners zijn er druk mee. Inmiddels zijn er veel onderzoeken gedaan en vrijdag horen we weer verder.

Een relaxter onderwerp om je hoofd over te breken is het verhaal over Uil. Ik ga u de eerste helft alvast geven. 
 
 De verjaardag van Uil

‘Schiet eens een beetje op! Het is al bijna 4 uur’.
Beer, die een beetje aan het sjokken was keek opzij naar Haas.
‘Rustig maar, het is nog lang geen vier uur, en volgens mij heeft Uil ook helemaal geen tijd genoemd dat zijn verjaardag begint. Volgens mij heeft hij ons niet eens met zoveel woorden uitgenodigd.’
‘Alle verjaardagen beginnen om 4 uur. Dus ook die van Uil.’
‘Maar Uil slaapt toch overdag?’
‘Niet op zijn verjaardag natuurlijk. En als hij wel slaapt is hij in ieder geval thuis.’
Daar zat iets in, dacht Beer en liep iets harder door.
Hij dacht aan de lekkere hapjes die bij een verjaardag horen en hoopte dat Bij zou komen. Zij kon geweldige taarten maken.
Toevallig kwam Bij juist aangevlogen.  Jawel, ze had een zak aan haar poot hangen. Zou daar een taart inzitten?
‘Hallo’, zei ze, ’ook op weg naar Uil?’
‘Jawel, jawel’, bromde Haas, ‘ik zei juist tegen Beer dat we wat op moeten schieten’.
‘Och’, zei Bij, ‘de dag is nog lang, niet?’ Hierbij keek ze vragend opzij.  Beer durfde niet te vragen of er een taart in de zak zat, maar bleef er wel telkens steels naar kijken terwijl ze nu gedrieën op het huis van Uil afgingen.
Toen ze bij de oude Linde naast het vennetje aankwamen, zagen ze nog twee dieren die voor Uils deur stonden: Ezel en Slang.

‘Doet de jarige niet open?’ zei Haas, ‘Misschien slaapt hij heel vast?’
‘Nee zei Ezel, ik heb al heel hard gebalkt , maar er komt geen reactie. En zo diep slaapt Uil nooit. Ik denk dat hij er niet is.’
‘Wat raar’, siste Slang, ‘gister kwam ik hem nog tegen bij de winkel en heb ik hem gezegd extra thee in te slaan voor vandaag, want dat ‘ie wel thuis moest zijn op zijn verjaardag’.
Een tijdje stonden de dieren te overleggen wat te doen. Haas had ook nog een roffel op de deur losgelaten, maar er kwam geen reactie.
‘We kunnen zonder hem beginnen’, opperde Beer. Hij dacht aan de taart.
De andere dieren reageerden verontwaardigd.
‘Natuurlijk kan dat niet’, zei Bij. ‘We moeten hem gaan zoeken.
‘Ja!, zoeken!' riepen de andere dieren.
‘Maar waar?’ vroeg Haas zich hardop af.
‘Overal!’ zei slang.
Dat vond iedereen een goed plan. Behalve Beer, want hij had trek en bedacht dat het weleens lang zou kunnen gaan duren. Maar hij durfde niets meer te zeggen en sjokte achter Haas aan die het voortouw nam.
Ze liepen een tijdje, richting hei, ondertussen speurend in bomen en bosjes en steeds Uils naam roepend. Uil liet zich niet zien maar ondertussen hadden Wolf en Kraai zich aangesloten bij de groep. Bij de hei aangekomen zagen ze Varken.
‘Hier is hij niet hoor’, zei Varken. ‘Jullie roepen de hele tijd om Uil, maar wat moet je met hem? Heeft hij wat misdaan?’
‘Helemaal niet.’ zei Haas. ‘Hij is jarig, maar hij is niet thuis. We zijn bang dat hem iets is overkomen.’
‘O,’ zei Varken. ‘In dat geval wil ik wel meezoeken, maar dan kun je beter richting het grote huis gaan, want daar zie ik hem vaak heenvliegen. Volgens mij zit er daar een vrouwtjesUil waar hij een oogje op heeft.’
Dus keerden de dieren om en liepen richting het grote huis. Ondertussen hadden zich ook nog Kraai en Otter aangesloten bij de groep zodat het een hele optocht werd in het bos. Alle dieren riepen Uils naam. Maar nog liet Uil zich niet zien.

Bij het grote huis aangekomen kwam vrouwtjesUil op hen afgevlogen.
‘Roepen jullie mij?’ riep ze opgetogen. ‘Komen jullie mij een bezoekje brengen? Wat ontzettend leuk!’. Ze hield schalks haar hoofd schuin.
‘Nee,’ zei Haas. ‘We zoeken mannetjesUil. Hij is jarig, maar niet thuis. We zijn bang dat hem iets is overkomen’.
‘O,’ zei vrouwtjesUil teleurgesteld. ‘O, mannetjesUil. Ik zie hem weleens in de buurt hier, en ik zou wel kennis willen maken, maar hij is zo verschrikkelijk verlegen, niets mee aan te vangen.’ Ze liet haar ogen een beetje rollen om aan te geven hoe raar ze dat vond.
‘Maar ik wil wel mee zoeken hoor, misschien kan ik een lokroep om hem loslaten.’ Ze lachte er vrolijk bij.

wordt vervolgd


          


     
                                                 
               







dinsdag 17 januari 2017

faits divers





Mijn dierenverhaal is nog niet klaar. Wel heb ik nog een aantal dieren getekend. De hoofdpersoon: de verlegen Uil, zijn object van stille begeerte de zelfbewuste vrouwtjes Uil, de Wolf en de Slang.



Verder zijn er andere, belangrijker, dingen gebeurd. Mijn vader is vandaag in het ziekenhuis beland. Na categorisch hulp weigeren was er nu geen houden meer aan. Mijn zus, die het op zich had genomen om vandaag polshoogte te gaan nemen na verontrustende berichten was er de hele dag druk mee. De rest van de familie zal ook volgen. Zaken moeten geregeld, gebeld, bepleit... We hebben het proces 2 jaar eerder ook doorlopen met mijn moeder. Ik zou mijn vader nog een rustige oudste dag gunnen bij mijn moeder in het verpleeghuis. We zullen zien of dat erin zit.

dinsdag 10 januari 2017

illustraties



De nieuwe opdracht van de verhalenschrijfcursus was: verzin heel veel verhaalideeën. Gebaseerd op een locatie of een groep mensen of een sfeer of wat dan ook. Pik er dan twee uit en maak daar een plot voor. In plaats van de aanbevolen honderd ideeën kwam ik niet verder dan zesentwintig. Dat vond ik al best veel. Eén van de ideeën die ik uitkoos was een kinderverhaal met dieren. Omdat kinderboeken vaak illustraties hebben deed ik weer eens een poging om digitaal te gaan tekenen. Eerder lukte dat in diverse tekenprogrammaatjes niet zo best. Dit keer, met Paint, lukte het wel. Ik ben blij. U krijg alvast de belangrijkste karakters te zien uit het verhaal: Hert, Ezel en Haas.


dinsdag 3 januari 2017

koud Parijs

De jaarwisseling in Parijd was koud, heel koud. Maar dat kon de pret niet drukken. Een vol programma hadden we met Colette, Lafayette, de kookwinkel, de van te voren uitgezochte restaurants, de wandelingen door park Luxembourg, Tuilerieën en Jardin des Plantes en bijna een hele dag kunst in Centre Pompidou. Dat alles verschrikkelijk leuk. Toch blijven er ook mindere leuke zaken op mijn netvlies gebrand. Zoals de talrijke bedelaars. Moeders met kinderen op straat onder een deken. Zelfs in de regen iemand midden op het wandelpad naar het Grand Palais in een slaapzak (leeft hij nog? vroeg ik me af) en de helderrode bloedplas naast het slachtoffer van een steekpartij. Daar liepen we bij toeval tegenaan in het verder verlaten Forum op de vroege eerste januari. Vijf politieagenten en een hulpverlener om hem heen. Verder liet de zwaarbewapende stad en de controlepoortjes voor de trein geen misverstand bestaan over de terreurdreiging die in Frankrijk aanwezig is. Dan toch maar ook terugdenken aan oudejaarsmiddag op de rue Mouffetard waar de mensen in de rij stonden voor bakker en visboer, iedereen vrolijk was en de uitgestalde waar er zo aantrekkelijk uitzag dat het bijna jammer was dat we niet zelf gingen koken.
Om in de geest van de oudejaarsconference van Claudia de Breij af te sluiten: ook in Nederland kennen we daklozen. Echter niet zoveel als in Frankrijk.  Ook in Nederland kennen we terreurdreiging. Maar niet zoveel als in Frankrijk. Laten we daarom maar niet meer zoveel zeuren en waarderen wat dit land biedt.