Twee dagen hebben we het terras niet kunnen gebruiken. Een grote
gele kwikstaart had het in zijn kopje gehaald om een nest te bouwen in een nis
in de muur van ons huis, grenzend aan het terras. Eerst zag ik het nest, vanuit
binnen. De kleintjes roerden zich niet, ik zag ze niet, maar toen ik mij in het
prettige lenteweer op het dagbed op het terras had neergevlijd zag ik een
aantal malen een vogel aanvliegen en in de vlucht weer omkeren. En toen hoorden
we ook het gepiep uit het nest. Drie jongen. Vanuit binnen, zonder opgemerkt te
worden heel goed te zien. Omdat de moeder niet meer naar het nest leek te
durven terugkeren en de jonkies hartverscheurend piepten hebben we ons boeltje
maar opgepakt en onszelf naar vóór het huis verbannen. F. heeft prachtige opnames
gemaakt van het voeren van de moeder aan haar kinderen. Het blijkt dat ze geen
reuk hebben. De camera werd vanuit binnen, op korte afstand gehouden. Maar
dat had de moeder niet door. Na twee dagen was ik er getuige van dat het
eerste jonkie uitvloog. Dat was wel ontroerend. Hoewel de andere twee er nog
niet helemaal klaar voor leken gingen ze toen ook maar. De eerste tijd was riskant. Ze konden maar kleine stukjes vliegen. Makkelijke prooi voor elke
roofvogel. Maar het ging goed. we zagen ze van steen tot steen vliegen in de
rivier. De moeder bleef nog steeds in de buurt.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten