dinsdag 21 februari 2017
dinsdag 14 februari 2017
papa
Dit schilderij, geschilderd door mijn moeder, staat op de voorkant van de rouwkaart van mijn vader. Ja, hij is afgelopen zaterdag overleden. Na meer dan vier weken in het ziekenhuis waar hij een longontsteking opliep, er botkanker werd ontdekt en het oude probleem met zijn slokdarm verergerde. De eerste drie weken ging het nog erg op en neer. Was hij de ene dag heel slecht, de volgende dag ging het weer beter. Alleen de laatste week, nadat ook sondevoeding was mislukt was er geen houden meer aan. De artsen hebben ervoor gezorgd dat hij zijn laatste adem kon uitblazen bij mijn moeder in het verpleeghuis, in haar kamer. Dat was mooi. Nu wisselen bij mij verdriet en opluchting elkaar af. Verdriet om wat vroeger was. Opluchting omdat de constante zorg voor hem in het achterhoofd niet meer nodig is. Vrijdag is de crematie. Ik hoop dat het een mooi afscheid wordt.
dinsdag 7 februari 2017
de verjaardag van Uil
Onderstaand vervolgverhaaltje over de verjaardag van Uil publiceerde ik eerder vandaag. Een beetje prematuur, want vanavond op de schrijfcursus, waar het verhaal behandeld werd, heb ik een A4 vol geschreven met op- en aanmerkingen. Ik ga niet alle aanmerkingen verwerken (zo eigenwijs ben ik ook wel weer) maar de meeste toch wel. Daarom zit ik op cursus. Ik ga het verhaal herschrijven dus, beschouw onderstaand als schets. Ik zal de gewijzigde versie in de map verhalen zetten, wanneer klaar, en u dan op de hoogte brengen.
de verjaardag van Uil
vervolg en slot
‘Dus hij komt hier
weleens?’ zei Haas.
‘Ja, meestal
verschuilt hij zich in die grote Eik daar. Hij wil zich niet laten zien, maar
ik zie hem altijd toch. Zal ik polshoogte nemen, voor hij schrikt van jullie
aanwezigheid?’
De dieren vonden
het goed. Een aantal van hen had al een beetje genoeg van het gestruin door het
bos.
Ze zagen
vrouwtjesUil naar de grote eik vliegen. Ze verdween tussen het gebladerte, maar
even later kwam ze eruit tevoorschijn.
‘Kom maar hier
jongens,’ riep ze. ‘Hij zit hier!’
De dieren liepen in
optocht naar de Eik. Daar aangekomen wilde Slang weten waar hij dan was. Hij
zag niets. In ieder geval geen Uil.
VrouwtjesUil keek
naar beneden.
‘Hij wil weten wat
jullie komen doen.’
‘Komen doen?’
brulde Beer. ‘Taart eten natuurlijk. Hij is jarig, dat weet ‘ie toch wel. Laat
hem tevoorschijn komen!’
Ze hoorden wat
geritsel en toen zagen ze de kop van Uil tussen de takken.
Waar ben je nou‘ zei Haas.
‘Je bent toch jarig, dan moet je toch thuis zijn en thee schenken.
Uil keek
bedremmeld. Ik…, ik wist niet dat jullie zouden komen. Ik, ik… dacht dat er
niemand zou komen.
‘Niemand komen!’
balkte Ezel, ‘we komen allemaal speciaal voor jou.’
‘Allemaal?’ prevelde
Uil.
‘Ja, allemaal’, zei Hert.
‘Ook vrouwtjesUil?’
VrouwtjesUil zei
dat ze het niet geweten had dat hij jarig was, maar dat ze, nu ze het wist, heel
graag kwam.
‘O,’ zuchtte Uil.
‘In dat geval.’ Hij vloog naar beneden en zei: ‘waar gaan we het dan vieren?’
‘Bij jou,
natuurlijk’ zei Slang. ‘Je hebt toch wel extra thee gehaald?’
‘Eh, nee,’ zei Uil.
‘Ik dacht dat je een grapje maakte.’
De dieren keken Uil
hoofdschuddend aan.
‘In dat geval doen
we het gewoon hier. We hebben een taart en water is ook oké.’
‘Jaaaa!’, riep
iedereen.
En zo geschiedde.
De taart werd eerlijk verdeeld.
Abonneren op:
Reacties (Atom)
