vervolg en slot
‘Dus hij komt hier
weleens?’ zei Haas.
‘Ja, meestal
verschuilt hij zich in die grote Eik daar. Hij wil zich niet laten zien, maar
ik zie hem altijd toch. Zal ik polshoogte nemen, voor hij schrikt van jullie
aanwezigheid?’
De dieren vonden
het goed. Een aantal van hen had al een beetje genoeg van het gestruin door het
bos.
Ze zagen
vrouwtjesUil naar de grote eik vliegen. Ze verdween tussen het gebladerte, maar
even later kwam ze eruit tevoorschijn.
‘Kom maar hier
jongens,’ riep ze. ‘Hij zit hier!’
De dieren liepen in
optocht naar de Eik. Daar aangekomen wilde Slang weten waar hij dan was. Hij
zag niets. In ieder geval geen Uil.
VrouwtjesUil keek
naar beneden.
‘Hij wil weten wat
jullie komen doen.’
‘Komen doen?’
brulde Beer. ‘Taart eten natuurlijk. Hij is jarig, dat weet ‘ie toch wel. Laat
hem tevoorschijn komen!’
Ze hoorden wat
geritsel en toen zagen ze de kop van Uil tussen de takken.
Waar ben je nou‘ zei Haas.
‘Je bent toch jarig, dan moet je toch thuis zijn en thee schenken.
Uil keek
bedremmeld. Ik…, ik wist niet dat jullie zouden komen. Ik, ik… dacht dat er
niemand zou komen.
‘Niemand komen!’
balkte Ezel, ‘we komen allemaal speciaal voor jou.’
‘Allemaal?’ prevelde
Uil.
‘Ja, allemaal’, zei Hert.
‘Ook vrouwtjesUil?’
VrouwtjesUil zei
dat ze het niet geweten had dat hij jarig was, maar dat ze, nu ze het wist, heel
graag kwam.
‘O,’ zuchtte Uil.
‘In dat geval.’ Hij vloog naar beneden en zei: ‘waar gaan we het dan vieren?’
‘Bij jou,
natuurlijk’ zei Slang. ‘Je hebt toch wel extra thee gehaald?’
‘Eh, nee,’ zei Uil.
‘Ik dacht dat je een grapje maakte.’
De dieren keken Uil
hoofdschuddend aan.
‘In dat geval doen
we het gewoon hier. We hebben een taart en water is ook oké.’
‘Jaaaa!’, riep
iedereen.
En zo geschiedde.
De taart werd eerlijk verdeeld.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten