dinsdag 28 november 2017

zonder titel

U krijgt het tweede deel van hoofdstuk 1 van mijn nieuwe boek, maar Ik heb nog geen titel! Voor volgende week beloof ik dat ik een werktitel heb. 

Tweede deel hoofdstuk 1 Het vertrek 
‘Wakker?’ vroeg Sjors. Hij zag er zelf nogal verfomfaaid uit. Dikke ogen.
‘Mwah,’ zei Matthias, ‘Niet veel geslapen vannacht, jij?’ 
‘Nee, er was een feestje van Daan, dat wilde ik per se nog meepikken. Dorien zou ook komen. Ik dacht, ik ga toch nog proberen te bewerkstelligen dat ze me niet vergeet, de komende weken.’ Hij grijnsde bij die woorden. Dorien was het meisje waar hij al een half jaar verliefd op was maar van wie hij niet veel sjoege kreeg. Toch bleef hij proberen haar voor zich te winnen.
Wanneer komen ze langs? dacht Matthias. Ze zaten in het vliegtuig, hij had dorst. Hij keek het gangpad af, maar de stewards en stewardessen waren in geen velden of wegen te bekennen.
Zijn gedachten gingen automatisch weer terug naar de afgelopen dagen. Die waren helemaal in beslag genomen door het afronden van zijn bachelor. Hij moest alleen zijn thesis nog inleveren. Omdat hij zoveel tijd in de presentatie had gestoken was er eigenlijk te weinig tijd meer over voor een gedegen verslag. Afgeraffeld had hij het de laatste dag. Nu maar hopen dat het voldoende was. Hij had natuurlijk dat weekje Frankrijk beter niet moeten doen. Maar ja, ‘spijt komt na de zonde,’ zei zijn moeder altijd.
Fideel van Sjors dat hij de eerste dagen in Thailand had geregeld. Hij had het eerste hostel in Bangkok besproken en uitgezocht hoe ze van Bangkok naar Laos konden reizen. Ook had hij onderzocht hoe ze hun tijd in Beijing (de overstap kostte twaalf uur), het beste konden besteden.
‘Hoelang is het ook al weer vliegen?’

Tot zover de reis vanuit de ogen van Matthias gezien. Maar wat denkt de schrijver? Denkt de schrijver al vooruit? Naar het moment dat Sjors weer naar huis vliegt en Matthias zich naar Phailin haast? Heeft de schrijver zich al ondergedompeld in de constante temperatuur van 35 graden? De dagelijks om zes uur ondergaande zon, de drukke dichtbevolkte steden en het groene platteland? Denkt de schrijver nog verder? Tot aan het ondoordringbare oerwoud? Naar het oogverblindend groen en het oorverdovend getril, gezoem en gekrijs van haar bewoners?

Matthias had nog geen weet nog van het oerwoud. Hij probeerde de man te ontwijken die naast hem zat en zijn 17” laptop openklapte.
‘Het lijkt wel of ze die vliegtuigen elk jaar kleiner maken,’ mopperde Sjors, terwijl hij worstelde met het klaptafeltje. Zijn benen pasten er nauwelijks onder. Matthias had daar geen hinder van, maar hij kreeg een, weliswaar onbedoelde, por van zijn buurman. 
‘Straks wel even wisselen van stoel,’ mompelde hij tegen Sjors, die aan het gangpad zat.
‘Dacht het niet,’ zei Sjors. 
Eindelijk kwamen de stewards langs. Ze bestelden bier. Vervolgens deden ze hun oortjes in en terwijl Sjors luisterde naar zijn playlist op Spotify begon Matthias aan een luisterboek. Acht delen Harry Potter. Nooit te oud voor Potter dacht hij. En zo begon de lange vlucht naar Beijing.
wordt vervolgd

dinsdag 21 november 2017

blog/boek

Sinds ik begonnen ben met het schrijven van langere verhalen is mijn lust om blogartikeltjes te schrijven verminderd. Ik merk dat ik de energie die ik wekelijks in mijn boeken in wording stop ten koste gaat van het schrijven van andere dingen zoals deze blog. 
Daarom vanaf nu, voorlopig, mijn boekschrijfsels in partjes voor u. Het nieuwe boek over de Aziëreis (ik heb nog geen titel) is pas zes weken in wording maar er zijn nu twee hoofdstukken klaar, vandaag het eerste hoofdstuk.

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

Vol ongeloof staarde Matthias naar het bord. Geen treinen naar Roosendaal stond er. Hij was op station Utrecht. Het was zeven uur ’s morgens. Met moeite negeerde hij de neiging Sjors te bellen. Nadenken nu. Wat te doen?
Hij keek naar de andere reizigers. Die leken ook geschokt. Enkelen raadpleegden hun mobiel. Matthias zag in de verte een conducteur en haastte zich naar hem toe.
‘Mijnheer! De conducteur keek op.
‘De trein naar Roosendaal, ik moet naar Brussel, hoe kom ik daar?’
‘Via Schiphol,’ zei de man, ‘spoor vier’.
‘Dank u wel,’ Matthias voelde langzaam de stress wegebben. Goed dat hij Sjors niet meteen had gebeld. Hij had zich voor deze reis op van alles voorbereid, maar niet op de omstandigheid dat het in zijn woonplaats al mis zou kunnen gaan. Ze hadden tijd genoeg gereserveerd om in Brussel te komen, maar om nu al in Utrecht te beginnen met vertraging…

Matthias installeerde zich in de trein naar Schiphol.
Gelukkig, het was vrij rustig in de coupé. Wat zag het landschap er mooi uit. De zon moest nu toch al een tijdje op zijn maar er lag nog steeds een rode gloed over de weilanden. Wat ben ik moe. Vannacht bijna niet geslapen. Tot drie uur bezig geweest met de wasdroger. Leuk dat Brecht opbleef om me met de laatste raad en daad en een biertje bij te staan. In het vliegtuig kan ik wel slapen. Wat een heksenketel was het de laatste weken. Het verslag op het laatste moment opgestuurd. Op hoop van zegen dan maar. Ook moest m’n kamer nog leeg voor de onderhuurder. Leuke gast wel. Benieuwd hoe hij met de huisgenoten zou omgaan. Stopte de trein nu alweer? O, Rotterdam. Shit, een hele menigte gulpte naar binnen. Nou, ja, ik heb gelukkig al een zitplaats. Nu vooruitdenken aan de reis en niet meer terug aan de afgelopen week. De losse eindjes, als die er zijn, los ik bij terugkomst wel op. Over een eeuwigheid. Even appen naar Sjors om te laten weten dat ik op schema lig.
Matthias had het afgeleerd om zich om Sjors druk te maken. Hoewel hij altijd op het nippertje kwam aanrennen was hij er altijd. Sjors moest uit Nijmegen komen en was vandaaruit via Breda naar Roosendaal gereisd. Sjors reageerde meteen op zijn app. Hij zou op de afgesproken tijd in Roosendaal zijn. Matthias voelde zich opgelucht. Misschien nog een klein tukkie?

De trein reed het station binnen. In de verte zag hij zijn vriend staan. Hij hief zijn hand op. Sjors droeg het vertrouwde blauwwitte blokjesoverhemd en de grote rode rugzak van hun reis van vorig jaar hing op zijn rug. Ze hadden al veel vaker samen gereisd. Weekeindjes Ameland en Terschelling, met het busje naar Spanje, al die keren met andere vrienden erbij. Vorig jaar voor het eerst met zijn tweeën. Toen ook naar Zuidoost-Azië: Cambodja en Thailand.
Thailand, waar hij Pond had ontmoet.
Reizen met Sjors ging altijd als vanzelf. Er was nooit wrijving, nooit ruzie. Hij was ervan overtuigd dat het dit keer ook zo zou gaan.
wordt vervolgd

dinsdag 14 november 2017

Ravage

Op de laatste dag dat het kon gingen F. en ik naar de tentoonstelling van Ravage in het Arnhems museum. Vijf jaar voordat ik in Arnhem naar school ging studeerden Clemens Rameckers en Arnold van Geuns af. Omdat zij vrijwel meteen bekend en beroemd werden gonsden hun namen veelvuldig op de afdeling mode. Nu, vijfenveertig jaar later neem ik pas kennis van hun werk. En dat werk is leuk. Heel leuk. F. was nog meer onder de indruk van hun werk, en vooral van hun werkhouding, dan ik. Geen zin? Zin maken! is hun motto. Elke dag in ieder geval een tekening. En die werkhouding met hun talent levert erg mooie dingen op. Zij hebben zich met bijna alle vormen van toegepaste kunst bemoeid: mode, servies, interieur, maar maakten altijd ook vrij werk. En dat vrije werk sprak me het meeste aan. Luister en kijk eens naar de docu's van deze heren van stand.

dinsdag 7 november 2017

Amsterdam en de Ooij

Dit weekend was ik bij vrienden in Amsterdam, gevolgd door twee dagen met mijn werk in een hotel in de Ooijpolder. Deze bezoekjes maakten dat ik me even heel tevreden voelde met Nederland. Zowel stad als platteland kunnen ook hier in ons kikkerlandje van een enorme schoonheid zijn.