Sinds ik begonnen ben met het schrijven van langere verhalen is mijn lust om blogartikeltjes te schrijven verminderd. Ik merk dat ik de energie die ik wekelijks in mijn boeken in wording stop ten koste gaat van het schrijven van andere dingen zoals deze blog.
Daarom vanaf nu, voorlopig, mijn boekschrijfsels in partjes voor u. Het nieuwe boek over de Aziëreis (ik heb nog geen titel) is pas zes weken in wording maar er zijn nu twee hoofdstukken klaar, vandaag het eerste hoofdstuk.
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk
1
Vol ongeloof staarde Matthias naar het bord.
Geen treinen naar Roosendaal stond er. Hij was op station Utrecht. Het was
zeven uur ’s morgens. Met moeite negeerde hij de neiging Sjors te bellen.
Nadenken nu. Wat te doen?
Hij keek naar de andere reizigers. Die leken
ook geschokt. Enkelen raadpleegden hun mobiel. Matthias zag in de verte een
conducteur en haastte zich naar hem toe.
‘Mijnheer! De conducteur keek op.
‘De trein naar Roosendaal, ik moet naar
Brussel, hoe kom ik daar?’
‘Via Schiphol,’ zei de man, ‘spoor vier’.
‘Dank u wel,’ Matthias voelde langzaam de
stress wegebben. Goed dat hij Sjors niet meteen had gebeld. Hij had zich voor
deze reis op van alles voorbereid, maar niet op de omstandigheid dat het in zijn
woonplaats al mis zou kunnen gaan. Ze hadden tijd genoeg gereserveerd om in
Brussel te komen, maar om nu al in Utrecht te beginnen met vertraging…
Matthias installeerde zich in de trein naar
Schiphol.
Gelukkig,
het was vrij rustig in de coupé. Wat zag het landschap er mooi uit. De zon
moest nu toch al een tijdje op zijn maar er lag nog steeds een rode gloed over
de weilanden. Wat ben ik moe. Vannacht bijna niet geslapen. Tot drie uur bezig
geweest met de wasdroger. Leuk dat Brecht opbleef om me met de laatste raad en
daad en een biertje bij te staan. In het vliegtuig kan ik wel slapen. Wat een
heksenketel was het de laatste weken. Het verslag op het laatste moment
opgestuurd. Op hoop van zegen dan maar. Ook moest m’n kamer nog leeg voor de
onderhuurder. Leuke gast wel. Benieuwd hoe hij met de huisgenoten zou omgaan.
Stopte de trein nu alweer? O, Rotterdam. Shit, een hele menigte gulpte naar
binnen. Nou, ja, ik heb gelukkig al een zitplaats. Nu vooruitdenken aan de reis
en niet meer terug aan de afgelopen week. De losse eindjes, als die er zijn, los
ik bij terugkomst wel op. Over een eeuwigheid. Even appen naar Sjors om te
laten weten dat ik op schema lig.
Matthias had het afgeleerd om zich om Sjors druk
te maken. Hoewel hij altijd op het nippertje kwam aanrennen was hij er altijd. Sjors
moest uit Nijmegen komen en was vandaaruit via Breda naar Roosendaal gereisd.
Sjors reageerde meteen op zijn app. Hij zou op de afgesproken tijd in
Roosendaal zijn. Matthias voelde zich opgelucht. Misschien nog een klein
tukkie?
De trein reed het station binnen. In de verte
zag hij zijn vriend staan. Hij hief zijn hand op. Sjors droeg het vertrouwde
blauwwitte blokjesoverhemd en de grote rode rugzak van hun reis van vorig jaar hing
op zijn rug. Ze hadden al veel vaker samen gereisd. Weekeindjes Ameland en
Terschelling, met het busje naar Spanje, al die keren met andere vrienden
erbij. Vorig jaar voor het eerst met zijn tweeën. Toen ook naar Zuidoost-Azië:
Cambodja en Thailand.
Thailand, waar hij Pond had ontmoet.
Reizen met Sjors ging altijd als vanzelf. Er
was nooit wrijving, nooit ruzie. Hij was ervan overtuigd dat het dit keer ook
zo zou gaan.
wordt vervolgd

Geen opmerkingen:
Een reactie posten