dinsdag 30 januari 2018

tussendoor verhaal

Een oefening tijdens de schrijfles waarbij een door de juf meegebracht voorwerp als aanleiding moest dienen. Ik koos een menukaart van ravioli met pancetta en porcini. De helft tijdens de les geschreven, de rest thuis afgemaakt. Mensen die mij kennen zien dat het een beetje autobiografisch is. Behalve de beschrijving van het eten bij vrienden. We eten daar altijd heel lekker!
Ravioli met porcini


De keuken was een puinhoop. Vuile afwas stond nog op tafel, de vloer lag vol met kruimels en tassen met boodschappen stonden her en der op stoelen.
Het was de dag dat de gasten zouden komen en er was iets vreselijk misgegaan in de planning.
Waarom had zij toegegeven aan Theo’s plan om pas vanochtend de boodschappen te doen voor het avondeten?
‘Dan kunnen we de verse ingrediënten kopen op de markt in Lamastre!’ had hij gezegd. Daar zat wat in. Die markt, altijd op dinsdag, was geweldig. Alle groenten, kruiden, fruit, olijven, gekonfijte citroen, worsten uit de Auvergne, hele hammen. Alles was er te koop. Ze gingen er graag heen. Druk was het er altijd en gezellig. Oude boertjes spraken af in het café en dronken er om elf uur ’s morgens hun eerste ‘rouge’. In datzelfde café zaten ook altijd groepjes vrouwen van zekere leeftijd druk met elkaar te converseren en zijzelf dronken koffie met melk uit grote mokken, daarbij uitkijkend op de marktkraam met geraniums en andere tuinplanten.

Deze keer hadden ze geen koffiegedronken. Geen tijd. Tijdens het inkopen was hun ruzie, die al bij het opstaan vanmorgen was begonnen gewoon verdergegaan.
“Jij hebt die tweede fles wijn opengetrokken gisteravond!’
‘Ja en ik heb jou daar niet tegen horen protesteren!’
‘Je weet toch dat ik de volgende dag lam ben als ik te veel drink!’
‘Je bent er toch zelf bij! Bovendien, maak je niet zo te sappel. Ik kook en als jij de troep straks een beetje opruimt, komt het allemaal goed.’

Maar tot nu toe was het nog niet goed gekomen. Pancetta hadden ze niet voorhanden op de markt en bij de slager stond een rij tot buiten. Ook de vereiste paddenstoelen waren niet te krijgen. Hoe hadden ze het in hun hoofd gehaald een najaarsgerecht te willen maken in de lente?
‘We kunnen toch ook iets anders maken?’ probeerde ik bij Theo.
Maar dat was tegen dovemansoren gezegd.
‘Niks ervan. Als jij in de rij gaat staan bij de slager, zorg ik voor de rest.’

Stilzwijgend reden ze tegen twaalven door het prachtige landschap terug naar huis. Deze keer zagen ze er niets van.

Eerst een paracetamol nemen als ik thuis kom. Daarna de keuken opruimen. Waarom wil Theo per se dat gerecht met ravioli maken? An en Johan zijn helemaal geen fijnproevers. Dat eten altijd bij hen. Maar, ja, Theo moet zo nodig altijd de keukenprins uithangen. Als eerst die hoofdpijn maar eens weg is.

En nu stond ze midden tussen de troep. De paracetamol had ze snel gevonden dat wel. Eenmaal thuisgekomen had Theo had ontdekt dat een cruciaal element van de maaltijd, bloem voor de pasta, op was. Woedend was hij het bos achter hun huis ingelopen.
Zal ik een restaurant bellen, dacht ze bij zichzelf. Dan hoef ik niet eens op te ruimen maar kunnen we elkaar daar ontmoeten en kan ik nu naar mijn bed. Ze keek verlangend naar boven waar zich hun slaapkamer bevond.
Voor ze echter de daad bij het woord kon voegen, kwam Theo weer binnenstuiven.
‘Ik gebruik griesmeel! ‘
‘Griesmeel?’
‘Ja, dat gebruiken de Fransen eigenlijk altijd. Tijd genoeg om wat proefjes te maken. Ga je nog een keer beginnen met opruimen?’ Hij keek verstoord om zich heen.
Zuchtend begon ze de tassen uit te pakken.

‘Deze zijn vijf minuten gekookt.’
Theo hield een frommeltje deeg voor mijn mond.
‘Niet gaar,’ concludeerde ik.
De stofzuiger maakte een hels kabaal. Was die stofzak nou alweer vol?
Een volgend rolletje deeg werd me voorgehouden.
‘Tien minuten.’
‘Nee, ook niet. Dit verse deeg zou toch met drie minuten gaar moeten zijn? ‘
‘Zou moeten, ja,’ zei Theo somber. Hij gooide twee nieuwe bolletjes deeg in het kokende water en ik ruimde de afwasmachine leeg waarbij ik twee glazen brak. De hoofdpijn, die even weggeweest was zeurde opnieuw op de achtergrond.

Om vijf uur zaten we met vermoeide gezichten tegenover elkaar. De keuken was opgeruimd. De tafel was feestelijk gedekt met echt linnen (gestreken!). Theo had de pasta twintig minuten gekookt en  besloten dat hij hier tevreden mee was. De saus stond op, de sla al in een kom, de wijn was uit de kelder. Nu nog een douche. Wat zal ik aandoen?
De telefoon ging.
Theo nam op. Ik hoorde hem met bezorgde stem zeggen: ‘Nee, toch! Ach wat vervelend voor jullie. Alles eruit? O, jee, wat ellendig. Nee, hoor, maar je over ons geen zorgen, ga lekker naar bed, helemaal niet erg! We gaan het binnenkort dubbel en dwars overdoen.’
Ondertussen liep hij naar me toe. Zijn bezorgde stem was volkomen in tegenstelling met de uitdrukking op zijn gezicht. Hij rolde met zijn ogen, schudde dramatisch met zijn hoofd, wat ik erg komisch vond en gebaarde dat ik de fles wijn moest ontkurken. Na nog meer beleefdheden en ach en wee’s maakte hij een einde aan het gesprek en legde met een theatraal gebaar de hoorn op de haak.
‘Wat dacht je van een glaasje wijn samen in bad? Hij keek me schalks aan.
Als vanzelf schoof de hele ellendige dag inclusief mijn hoofdpijn achter een gordijn. Ik knikte hem toe.
‘Laat het bad maar vollopen. Daarna wil ik graag je wonderpasta proeven.’

dinsdag 23 januari 2018

dood

Op mijn werk, het roosterbureau waar we met z'n drieën werken zijn in twee weken drie ouders overleden. De schoonvader van Manon, slechts 62 jaar oud, een drama, de tweede moeder van Roelina, 75 jaar , iets ouder, maar nog steeds te jong en mijn schoonvader, 87 jaar. Over zo'n leeftijd kun je niet klagen. Niet klagen maar wel terugkijken. Pas na mijn dertigste kwam ik in de familie. Een grote familie; acht kinderen met aanhang en kinderen. Inmiddels zijn er ook een stuk of zeven achterkleinkinderen bijgekomen. Het was fijn om er ieder jaar de zomerse barbecue en in de winter de tweede kerstdag door te brengen. De nichtjes ontfermden zich altijd terstond over ons kind zodat ik daar die dag geen omkijken naar had, het gezelschap was zo groot dat je altijd kon kiezen met wie je een praatje maakte. Je kon je zelfs terugtrekken op de bank met een boek. Iets wat iedereen accepteerde. 
Het meeste zal ik déze bijeenkomsten missen waar mijn schoonvader zijn stempel op drukte. Een beeld dat mij zal bijblijven is het moment van het uitdelen van ijs aan het eind van zo'n familiediner. Hij in het midden van de enorm lange tafel die meer dan twintig mensen kon herbergen. De pakken ijs op tafel van 'het IJsboerke', hij met de ijslepel , een beetje puffend, alle twintig bakjes vullend nadat iedereen was gevraagd welke smaak hij of zij beliefde. De kleinkinderen inschakelend om de bakjes bij de diverse mensen te brengen. Alle gezinsleden als een soort discipelen om de uitdeler heen wachtend op het bakje lekkers.
Donderdag is de uitvaart. Het zal mooi worden, daar twijfel ik niet aan. Alle kinderen hebben hun uiterste best gedaan, met teksten en muziek en zullen in ieder geval mij, tot huilen brengen.








Foto van grootvader en kleinkind met ijs. Deze foto niet van de kersttafel, maar op het strand in Domburg.

zondag 14 januari 2018

Alle wegen naar Bangkok




Hoofdstuk 3
Bangkok

Het vliegtuig steeg op. Hijgend zaten Matthias en Sjors naast elkaar in het halflege toestel. Bijna hadden ze het vliegtuig gemist. Nadat Matthias Sjors had ontzet uit de kluwen van vechtende mannen waren ze naar buiten gerend. De krachtsporttraining die hij jarenlang had gevolgd om zijn judoprestaties naar een hoger plan te tillen bewezen af en toe hun nut. Terwijl ze de straat oprenden had Sjors geschrokken geroepen: ‘Andreas is nog binnen!’ Hij leek rechtsomkeert te willen maken. Matthias had hem aan zijn mouw teruggetrokken.
‘Daar gaan we geen energie in steken. We moeten ons vliegtuig halen en zo onschuldig was dat robbertje vechten niet!’
Matthias stak zijn hand op voor een naderende taxi. Terwijl hij Sjors angstvallig nog met één hand bleef vasthouden, kwam er een bekende gestalte uit de nachtclub rollen: Andreas. Hij zag hen en liep lachend op hen toe.
‘Spannend he? Ik had ze mooi op de kast. Stomme Chinezen,’
Matthias keek hem verbijsterd aan. Ook Sjors keek verbaasd.
‘Beetje spanning creëren maakt het leven minder saai, toch? Ik zei tegen die ene Chinees dat ik het met zijn vrouw ging doen. Hij sloeg meteen op tilt, en die maten van hem ook!’
Een taxi stopte vlak voor de jongens en terwijl Matthias Sjors de taxi induwde, beet hij Andreas toe: ‘Je bent onverantwoordelijk bezig, mannetje. Ik zou maar snel naar je hostel gaan als ik jou was. Ik weet niet hoelang je hier nog blijft, maar ik zou maar niet meer in de buurt van deze nachtclub komen.’
‘Och,’ had Andreas gezegd, ‘maak je niet zo druk. Ik weet trouwens niet of ik hier blijf. Waar gaan jullie naar toe? Bangkok toch? Misschien kom ik jullie wel achterna.’
Hij glimlachte, stak zijn hand open wandelde op zijn gemak de straat uit. Matthias woedend achterlatend.  ‘Als hij dat maar laat,’ mompelde hij in zichzelf.
 ‘Airport!’ had hij tegen de bestuurder geroepen en de auto was weggescheurd.
De schrijver denkt na. Niet over het verhaal, niet over Matthias, niet over de verhaallijn, maar over de vorm. De kaft, het formaat, het aantal pagina’s, de oplage, verkoopcijfers, kritieken. En wat daarna dan weer komt; een volgend boek. En of hij daar zin in heeft, of zijn wisselende interesse bij het schrijven blijft, of toch weer een andere kant op zal gaan. Hij heeft nu al soms onbedwingbare lust om te schilderen. Niet dat het niet samen kan gaan. Maar toch, focus op één ding is makkelijker. Dan vervloekt hij zijn luchtfietserij en dwingt hij zichzelf te bedenken hoe de ontsnapping van Matthias aan de ontvoerders eruit moet gaan zien. Rookte hij nog maar, dat zou het werk makkelijker maken.
Matthias keek door het kleine raampje naar beneden. Het landschap verdween in het donker. Langzaam werd zijn ademhaling rustiger. De taxi was naar de verkeerde gate gereden en ze waren verdwaald op de grote vlieghaven zodat ze alsnog moesten rennen om op tijd bij de gate te verschijnen. Gelukkig was hun bagage al overgezet in het juiste vliegtuig.
Matthias’ gedachten gingen naar Pond. Het voelde raar dat ze elkaar straks nog niet zouden zien. In Bangkok zouden Sjors en hij één nacht blijven om de volgende dag door te reizen naar Laos. Hij had ervoor gekozen om de vijf weken durende trip met Sjors niet te onderbreken door een weerzien met Pond, maar de ontmoeting met haar uit te stellen tot Sjors weer naar Nederland terug zou vliegen en hij nog twee maanden in Thailand zou blijven.  Hij kon wachten tot dan, maar het voelde nu toch vreemd om een nacht in dezelfde stad te verblijven en elkaar niet te zien.
Hij keek opzij naar Sjors. Die was verdiept in een brochure van de vliegtuigmaatschappij. Zou hij hem vragen? Vragen wat Sjors nu van die Andreas vond? Nee, beter wachten. Of er helemaal niets erover zeggen. Andreas was achtergebleven in Beijing en Matthias hoopte hem nooit meer te zien. Misschien begon Sjors er later zelf over, over de vreemde gebeurtenissen en waarom hij zich met deze jongen had ingelaten. Niet de sfeer verpesten nu ze net weer vertrouwd naast elkaar zittend richting Thailand vlogen. Hij keek op zijn ticket. Nog vierenhalf uur zag hij. Genoeg tijd voor een film.
wordt vervolgd

zaterdag 6 januari 2018

Parijs

De voorbije kerstvakantie stond behalve met visites ook in het teken van een driedaagse trip naar Parijs met mijn zoon. Cadeautje voor het behalen van zijn bachelor. Jawel, hij heeft hem binnen! Enige stress ging daar wel aan vooraf. Aan de reis welteverstaan en de bijbehorende parkeerproblemen. We gingen met de auto. Volgens de zoon de meest relaxte manier om daar te komen. Voor mij de meest stressvolle maar, op het moment van besluitneming voor Parijs, nog de enige betaalbare optie. Oké, ik heb op de Peripherique gereden en het overleefd. Ik heb de voorziene problemen bij de parkeergarage opgelost en die dus ook overleefd. Ook de terugreis; weer met veel regen en druk verkeer is goed gegaan.
En daar tussenin was het genieten. Genieten van het verrassende Thaise restaurantje BienBien en de avondwandeling daarna naar de Sacre Coeur. Genieten van de kunst in Centre Pompidou en het discussiëren daarover.  Genieten van het altijd mooie Jardin des Plantes en last but not least genieten van het geweldige eten in la Coupole met bijbehorende veel te dure wijn. 

Even over het het schrijven van mijn manuscript 'Alle wegen naar Bangkok'. Dat schrijven ligt stil! Wegens winterslaap van zowel de juf als de andere cursisten heb ik door gebrek aan feedback geen lust gehad verder te schrijven. Hopelijk komt er komende week wat los bij de medecursisten en kom ik weer in de stemming. U ziet het vanzelf komen.