Het was leuk om in het decor te zijn, vorige week, waar mijn fictieve verhaal (ravioli), geplaatst op 30 jan, zich afspeelde: Lamastre. Het was zonnig, het café beantwoordde aan mijn beschrijvingen in dat verhaal, de mannen aan de bar, de alcoholische consumpties om 10:30 uur en een tafel met druk pratende vrouwen. Hier een impressie van de markt.
Verderop in Laos gebeuren hele andere dingen. Hier een vervolgstukje op het Alle wegen naar Bangkok verhaal.
‘Gaan we
morgen die grotexcursie doen?’
Sjors’ stem klonk loom. Ze lagen nog steeds op de rots.
Het was aan het einde van de middag en de stroom toeristen was opgedroogd. Ze
waren beiden in slaap gevallen, ondanks de harde ondergrond.
Hun ritme, als dat al bestond in Nederland, was hier
geheel in de war geraakt.
‘Staan onze brommers er nog?’
Matthias keek op. Ze hadden vanmorgen in het stadje
brommers gehuurd en waren over de hobbelige weg hierheen gekomen. Maar solide
sloten zaten er niet op, dus het was misschien wel wat onzorgvuldig om in slaap
te vallen en niet op te letten. Maar ze stonden er gelukkig nog.
‘Kom,’ zei Matthias. ‘Ik heb honger. Laten we teruggaan
naar het dorp. Kijken of ze hier ook Pad Thai hebben.’
‘Thai!’ zei Sjors. ‘Wat denk je zelf?’
‘Nou, ja, Pad Laos dan.’
Het werd ‘sticky rice’. Voor Matthias met kip, voor Sjors
alleen met groenten. Ze zaten in een achterafstraatje aan formicatafeltjes. Uit
een jukebox klonk inheemse muziek. Verderop zaten toeristen. Twee meisjes.
Sjors en Matthias hadden naar hen geknikt en waren verderop gaan zitten.
Toen de tafel vol stond met eten was gezet en Matthias
net een eerste hap naar zijn mond bracht kwam een van de meisjes naar hen toe,
schudde haar blonde haar naar achter en vroeg in het Engels of ze zin hadden in
een feestje vanavond. Duidelijk niet haar moedertaal, dacht Matthias.
‘Waar komen jullie vandaan?’ vroeg Sjors.
‘Frankrijk’, zei het meisje. Het meisje met het donkere
haar, boven op haar hoofd in een paardenstaart gebonden, was ook bij hun
tafeltje komen staan en vroeg wat in het Frans aan de blonde.
Franse(!) meisjes.
Dat kon toch niet waar zijn. Die donkere ziet er wel leuk uit. Ook niet zo
opdringerig als die blonde. Maar Frans…Altijd nuffig in het zwembad in Crest, daarvoor
ook altijd al op de campings aan de Cèze. Die taal alleen al, en geen enkele
Fransman, hoe hoogopgeleid ook sprak Engels! Hij had nooit begrepen waar de Francomania
van zijn ouders vandaan kwam. Maar, ja, zij hadden elkaar al en hoefden niet op
vrijersvoeten in een land waar de vrouwen altijd koel op afstand bleven.
Oké, het
eten was lekker. Hij hield van de bewerkelijke Franse keuken. Roomsauzen, eend
met olijven, fazant met choucroute, gans met morieljes, creme brulée, flan. Ja…
de toetjes. Hij had de huisgenoten van de gang in zijn studentenflat regelmatig
versteld doen staan met zijn mediterrane kookkunsten. Om die vaardigheid was
hij ook uitgekozen, uiteindelijk, bij zijn zoveelste hospiteeravond voor een
studentenkamer in Urecht. Hij had opgeschept over zijn kookkunsten. Maar het
ook waargemaakt. Behalve van de Franse-, was hij ook fan van de Italiaanse
keuken. Veel soberder. Daar ging het over de ingrediënten, je moest de beste
uitkiezen. Neem nou het simpele pastagerecht Pasta aglio olio, wie had hij er niet
een plezier mee gedaan.
‘Hee, Matt, waar zit je met je gedachten. Zin in een
feestje?’
‘Prima, ‘antwoordde Matthias snel. Met Sjors was alles
anders. Sjors had altijd snel contact, met iedereen. En een feestje? Waarom
niet?
‘Waar is het, en hoe laat?’
De meisjes smoesden even met elkaar en legden in
gebrekkig Engels uit waar het was. Niet ver uit het centrum lag een grote witte
villa. Daar woonde een rijke westerling die het leuk vond jonge mensen te
ontmoeten en hij hield bijna elke week een feest. Tegen tienen zou het beginnen,
als ze wat bier mee konden nemen zou dat gewaardeerd worden.
‘We zullen er zijn,’ antwoordde Sjors. De meisjes gingen
weer naar hun tafeltje om hun maaltijd af te eten, en zwaaien toen ze klaar waren
en weg liepen vrolijk met de woorden.
‘See you tonight!’
wordt vervolgd