woensdag 28 februari 2018

wachten

We waren aan het wachten. Mijn broers, zus en ik. Wachten tot de dood mijn moeder meenam.  Al vaker in deze blog voorzichtig aangekondigd: 'nu zal het niet lang meer duren, het ziet ernaar uit dat.' Maar nu was het echt zover. Afgelopen vrijdag was het afscheid begonnen met haar overgave en de beslissing niet langer nog meer antibiotica en andere hulpmiddelen te grijpen om weer een ziekte erbij te bestrijden. Het verdriet is groter dan gedacht. Het helpt wel dat haar taaiheid ervoor zorgde dat het vijf dagen later nog niet definitief was en ik in haar kamer kon scharrelen zonder haar te hoeven vermaken maar dat ze er nog wel was...
Nu is het zover. Morgenochtend naar het verpleeghuis waar ze liefdevol verpleegd is de laatste jaren en waar het grote regelen, dit keer met mijn broer, gaat beginnen.  
Foto's genoeg uit het archief dat vorig jaar al vrijgekomen is uit mijn vaders erfenis. Hier één.

dinsdag 20 februari 2018

Lamastre en Laos

Het was leuk om in het decor te zijn, vorige week, waar mijn fictieve verhaal (ravioli), geplaatst op 30 jan, zich afspeelde: Lamastre. Het was zonnig, het café beantwoordde aan mijn beschrijvingen in dat verhaal, de mannen aan de bar, de alcoholische consumpties om 10:30 uur en een tafel met druk pratende vrouwen. Hier een impressie van de markt.



Verderop in Laos gebeuren hele andere dingen. Hier een vervolgstukje op het Alle wegen naar Bangkok verhaal. 

‘Gaan we morgen die grotexcursie doen?’
Sjors’ stem klonk loom. Ze lagen nog steeds op de rots. Het was aan het einde van de middag en de stroom toeristen was opgedroogd. Ze waren beiden in slaap gevallen, ondanks de harde ondergrond.

Hun ritme, als dat al bestond in Nederland, was hier geheel in de war geraakt.
‘Staan onze brommers er nog?’
Matthias keek op. Ze hadden vanmorgen in het stadje brommers gehuurd en waren over de hobbelige weg hierheen gekomen. Maar solide sloten zaten er niet op, dus het was misschien wel wat onzorgvuldig om in slaap te vallen en niet op te letten. Maar ze stonden er gelukkig nog.
‘Kom,’ zei Matthias. ‘Ik heb honger. Laten we teruggaan naar het dorp. Kijken of ze hier ook Pad Thai hebben.’
‘Thai!’ zei Sjors. ‘Wat denk je zelf?’
‘Nou, ja, Pad Laos dan.’

Het werd ‘sticky rice’. Voor Matthias met kip, voor Sjors alleen met groenten. Ze zaten in een achterafstraatje aan formicatafeltjes. Uit een jukebox klonk inheemse muziek. Verderop zaten toeristen. Twee meisjes. Sjors en Matthias hadden naar hen geknikt en waren verderop gaan zitten.
Toen de tafel vol stond met eten was gezet en Matthias net een eerste hap naar zijn mond bracht kwam een van de meisjes naar hen toe, schudde haar blonde haar naar achter en vroeg in het Engels of ze zin hadden in een feestje vanavond. Duidelijk niet haar moedertaal, dacht Matthias.
‘Waar komen jullie vandaan?’ vroeg Sjors.
‘Frankrijk’, zei het meisje. Het meisje met het donkere haar, boven op haar hoofd in een paardenstaart gebonden, was ook bij hun tafeltje komen staan en vroeg wat in het Frans aan de blonde.

Franse(!) meisjes. Dat kon toch niet waar zijn. Die donkere ziet er wel leuk uit. Ook niet zo opdringerig als die blonde. Maar Frans…Altijd nuffig in het zwembad in Crest, daarvoor ook altijd al op de campings aan de Cèze. Die taal alleen al, en geen enkele Fransman, hoe hoogopgeleid ook sprak Engels! Hij had nooit begrepen waar de Francomania van zijn ouders vandaan kwam. Maar, ja, zij hadden elkaar al en hoefden niet op vrijersvoeten in een land waar de vrouwen altijd koel op afstand bleven.
Oké, het eten was lekker. Hij hield van de bewerkelijke Franse keuken. Roomsauzen, eend met olijven, fazant met choucroute, gans met morieljes, creme brulée, flan. Ja… de toetjes. Hij had de huisgenoten van de gang in zijn studentenflat regelmatig versteld doen staan met zijn mediterrane kookkunsten. Om die vaardigheid was hij ook uitgekozen, uiteindelijk, bij zijn zoveelste hospiteeravond voor een studentenkamer in Urecht. Hij had opgeschept over zijn kookkunsten. Maar het ook waargemaakt. Behalve van de Franse-, was hij ook fan van de Italiaanse keuken. Veel soberder. Daar ging het over de ingrediënten, je moest de beste uitkiezen. Neem nou het simpele pastagerecht Pasta aglio olio, wie had hij er niet een plezier mee gedaan.

‘Hee, Matt, waar zit je met je gedachten. Zin in een feestje?’
‘Prima, ‘antwoordde Matthias snel. Met Sjors was alles anders. Sjors had altijd snel contact, met iedereen. En een feestje? Waarom niet?
‘Waar is het, en hoe laat?’
De meisjes smoesden even met elkaar en legden in gebrekkig Engels uit waar het was. Niet ver uit het centrum lag een grote witte villa. Daar woonde een rijke westerling die het leuk vond jonge mensen te ontmoeten en hij hield bijna elke week een feest. Tegen tienen zou het beginnen, als ze wat bier mee konden nemen zou dat gewaardeerd worden.
‘We zullen er zijn,’ antwoordde Sjors. De meisjes gingen weer naar hun tafeltje om hun maaltijd af te eten, en zwaaien toen ze klaar waren en weg liepen vrolijk met de woorden.
‘See you tonight!’
wordt vervolgd

woensdag 7 februari 2018

Romeo en Julia

Alweer naar een toneelvoorstelling geweest van Oostpool: Romeo en Julia. F. was als alle keren totaal onder de indruk. Voor mij het het stuk een halfuurtje korter mogen duren. De stukken van Oostpool zijn altijd behoorlijk lang. iHO duurde meer dan drie uur, dit stuk duurde twee uur en een kwartier. Verschillende grappen gingen aan me voorbij; ik had er duidelijk last van dat ik het originele stuk eigenlijk helemaal niet ken. Lachten mensen nu om verdraaiingen van originele teksten? Neemt niet weg dat de jonge acteurs fantastisch speelden en het decor weer heel verrassend was. Toch miste ik Hans Dagelet en Jaqueline Blom als oude rotten. Ook weer een hele mooie poster!
Dan nog een stukje vervolgverhaal 'Alle wegen naar Bangkok'. De jongens zijn na een nachtje Bangkok doorgereisd naar Laos waar de natuur hen overweldigt.


Hij was in slaap gesukkeld tijdens de film. Sjors stootte hem aan. ‘We gaan dalen!’
Matthias keek uit het raampje. De miljoenenstad doemde op met zijn duizenden lichtjes.
Het uitchecken ging dit keer snel en ze namen een taxi naar het al besproken hostel. Matthias had nauwelijks oog voor de, hem inmiddels al bekend aandoende, straten met het drukke verkeer, zelfs nu in de ochtendschemering waren er al heel veel mensen op de been. Te voet, op de scooter, met een auto en op de fiets haastten ze zich van de ene naar de andere plek.
Ze checkten in bij het kleine hostel, liepen door de afgebladderde smalle gangen. Matthias kon nog net opbrengen om het laken te inspecteren op ongedierte en toen kroop hij bovenin het stapelbed om er pas twintig uur later in wakker te worden.

Hoofdstuk 4

Laos

Sjors was nog aan het spetteren in het water terwijl Matthias op zijn rug op de rotsen lag en omhoogkeek het wijde blauw in.  Wolken zweefden af en toe voorbij en als hij zijn blik iets naar beneden richtte zag hij de groene bomen en de grijze, vreemd gevormde rotsen op de hellingen aan de overkant van het water.
Vang Vieng heette dezeplaats die ze volgens andere backpackers zeker moesten bezoeken. Na een korte vliegreis en een lange busreis, waarbij Matthias uitgeslapen genoeg was om het landschap goed in zich op te nemen, kwamen ze aan bij de brede rivier Nam Song.
Het eerste wat in Laos opviel was dat alles groen was. Lichtgroen, donkergroen, mosgroen, flessengroen, smaragdgroen, grasgroen, bleekgroen en alle overige tinten groen die je kunt bedenken.
Matthias verwonderde zich over het licht, de ruimte en de kleuren en genoot van de geluiden vanaf het water veroorzaakt door de talloze bootjes met toeristen die voorbij voeren. Omdat hij een hoger gelegen rots had uitgekozen om zich op neer te vleien klonken de geluiden van op een afstand.
Hij hoorde Sjors zijn naam roepen, richtte zich op, gebaarde dat hij straks kwam, het koele water in. Hij genoot nu nog te veel van de zon op zijn huid en wilde helemaal doorstoofd zijn voor hij zich weer in het rimpelloze water begaf.

Hier altijd blijven liggen, luisteren naar het gebabbel op de achtergrond. Nooit meer naar Nederland terug met zijn mistige herfstdagen, zijn benauwde zomers, zijn kwakkelwinters met bruine natte sneeuw. Wat hield Sjors het lang uit in het water, straks werd zijn huid nog helemaal gerimpeld. Jammer dat hij zijn IPod niet bij zich had. Had hij kunnen luisteren naar Potter. Goed voor z’n Engels; dat gesproken boek. Hoe vaak had hij het nu al gelezen? Toch al minstens al drie keer. Plus de keren dat mama het voorlas. Ach, ja, die eindeloze middagen in de ligstoel onder de esdoorn luisterend naar mama totdat ze zei dat ze schor werd. Het wegdromen. Net als nu. Hij was altijd een dromer geweest.

‘Klootzak!’ Wreed werden Matthias’ gedachten verstoord. Sjors gooide een plens water over hem heen. Kwaad, maar toch lachend sprong hij op om Sjors het water in te duwen, daarbij zelf ook in de rivier belandend. Proestend kwamen ze beiden boven water. Ze hielden nog een schijngevecht, daarbij aangemoedigd door enkele mensen in bootjes die voorbijvaarden. Na een onbesliste uitslag klommen ze weer op de kant, waarna ze zich beiden overgaven aan niets doen.
wordt vervolgd