Mijn manuscript alle wegen naar Bangkok is klaar. Het verhaal is rond. De gebeurtenissen zijn alle beschreven. Het hangt aan elkaar.
Nu kan het redigeren beginnen. F heeft de taalfouten eruit gehaald en gezegd dat ik een onderdeel moet schrappen. Dat ga ik doen. Dat kost nog wel even tijd. Daarna opmaken, lettertype kiezen, marges, omslag. En dan laat ik ook dit boek weer in een aantal exemplaren drukken. Te koop voor u voor, pak hem beet, €17,50. Daarom geen vervolg meer hier op de site. Of toch een klein stukje om u lekker te houden?
Bon, hier is het. Waar Matthias met Phailin wordt herenigd.
Daags na zijn post was er een appje
binnengekomen. Een selfie in een restaurant met een schaal schelpdieren, een
selfie van een voorzichtig glimlachende Phailin.
Natuurlijk had hij haar terug geappt. Ook
een selfie, ook eten. Shoarma in de grote keuken met Jan breed lachend naast
hem. En zo bleven ze met elkaar in contact. De eerste maanden alleen via app,
later via Facetime, tot hij, tot verbazing van zijn moeder, zijn jeugdfoto’s
opvroeg. Hij wilde ze aan Phailin laten zien. Ze waren gedurende het jaar dus
close geworden, heel close, maar al dit contact was niet werkelijk contact
geweest. Hoe zou het zijn haar in het echt te zien, zonder de vertraging en
verstoring van internet?
Hij versnelde ineens zijn pas en liep naar
de metro richting Siam Square.
Toen hij het restaurant binnenliep zag hij
haar niet meteen. Hij was al halverwege de ruimte toen hij zijn naam hoorde.
Hij zag haar en liep op haar af.
Ze gaven elkaar een onwennige kus. Hij
omarmde haar niet, zij hem ook niet. Hij voelde te veel schroom. Ze glimlachten
nerveus naar elkaar. Toen begonnen ze tegelijk een zin: ‘How are you?’ ‘How are
you?’
Ze lachten naar elkaar en Phailin zei: ‘You
first.’
‘You look good.’ Hij lachte er
schaapachtig bij.
‘You too!’ Haar glimlach ontdooide de
spanning. Ze gingen aan een tafeltje zitten en bestelden eten.
Zoals vorig jaar liet hij haar kiezen. De
tafel kwam vol te staan. Net als Matthias was Phailin ook meermaals per dag met
eten bezig. Wat eten we vanavond? Wat vanmiddag? Wat straks? Matthias vertelde
dingen over de reis en Phailin over haar nieuwe baan. Ze zou door de switch van
baan een aantal dagen vrij hebben en met hem weg kunnen gaan. De tafel raakte
leger en Matthias’ gemoed bedaarde. Dit was wat hij zich had voorgesteld. Met
haar eten in het eethuisje, kakelende Thai om hen heen en haar gezicht, haar
lieve gezicht in het centrum van zijn blik. Zonder schroom slenterden ze wat
later gearmd naar haar flat. Ze hadden geen haast. De nacht was lang genoeg.
Zwarte
haren uitwaaierend over het kussen. Zwart
zoals van die ander. Maar anders, zo anders. Vorig jaar was ze nog een
vreemde. Nu voelde het alsof ze bij elkaar hoorden. Vertrouwd. Dat was een
nieuw gevoel. Een onverwacht gevoel. Prettig.
Vandaag
was ze vrij, ze zouden de stad ingaan. Hij bleef naar haar kijken. Wat lag ze
daar ontspannen. Hij had niet veel geslapen. Na hun vrijpartij was ze als een
blok in slaap gevallen. Hij had de slaap niet kunnen vatten. Natuurlijk was hij
vreemd in deze kamer. Hij herinnerde zich niet meer de poster aan de muur met
een beeltenis van de Chinese muur. Misschien had die er vorig jaar ook nog niet
gehangen?
De geuren
waren ook vreemd. Maar zij rook hetzelfde. Zoet en kruidig tegelijk. Er kwamen
geluiden van buiten naar binnen. Bangkok was een stad die nooit sliep. En dan
was er het gezoem van de airconditioning. In alle hostels waar hij met Sjors of
alleen was geweest hadden ventilatoren gehangen. Maar dit hele complex, Phailin
vertelde dat er wel duizend mensen woonden, werd gekoeld door de airco. Tegen
de ochtend sukkelde hij een beetje in, om bij het eerste ochtendgloren weer te
ontwaken met het prettige gevoel dat er geweldige dagen voor hem lagen. Samen
met haar.