dinsdag 29 november 2016

Arwen, een ridderverhaal, slot




III
Kasteel Arturin lag te schitteren in de zon. Arwen voelde zijn hart overslaan. Nu zou het gaan gebeuren. Hij spoorde zijn paard aan en galoppeerde de vallei in. Toen hij op een paar honderd meter genaderd was werd hij verrast door de vele vlaggen die op de kantelen stonden te wapperen. Nog dichterbij zag hij grote bedrijvigheid. Er reden wagens naar binnen, hij zag ridders op paarden, honden. Arwen vroeg zich af wat er aan de hand was.
Toen hij over de ophaalbrug reed werd hij verwelkomd door de wachters.
‘Welkom heer Arwen, naar uw komst werd uitgezien! Vervoegt u zich bij de huisvrouwe, zij zal u verder ontvangen’.
Arwen steeg af, gaf zijn paard aan een stalknecht en ging op zoek naar Dolinde, de huisvrouw van kasteel Arturin.
‘Arwen!’ Ze verwelkomde hem met een kus. ‘Je hebt dezelfde kamer. Ik moest hem uit de handen van ridder Iwan redden. Hij wilde ook de kamer met het uitzicht over de velden, maar ik heb gezegd dat hij voor jou was’.
Tegelijkertijd kwam er een andere ridder op Arwen toelopen.
‘Arwen! Wat een bijzonder genoegen je te zien!’
Ook Arwen was blij om ridder Taurus te zien, maar tegelijk verbaasd. Wat deed hij hier?
‘Taurus, wat brengt jou hier?’
Taurus antwoordde niet direct maar keek ietwat bevreemd naar Arwen.
‘Ik denk dat jonkvrouw Felice vanavond alles uit de doeken zal doen. Je zult tot dan moeten wachten’.
‘Maar waarop dan?’ vroeg Arwen. Maar Taurus zei dat hij nog veel te doen had en verdween vlug. Daarna probeerde Arwen Dolinde uit te horen, maar ook zij deed geheimzinnig en zei tegen hem: ‘wacht maar, vanavond zul je het horen’.
Arwen legde zijn tas in zijn kamer en ging op zoek naar Felice. Hij vond haar niet , maar wel haar vader.
‘Arwen!’, ook zijn ontvangst was uiterst hartelijk. Hij informeerde naar Arwens gezondheid, naar zijn reis, naar zijn ouders. Eindelijk kon Arwen vragen: ‘Waar is Felice, en waarom is het zo druk?’
‘Vanavond, vanavond, mijn beste’, zei de burchtheer. ‘Vanavond ben je onze ere gast en zul je alles horen’.
Arwen vroeg zich af wat hij zou horen. Hij wilde alleen maar Felice spreken. Alleen. Maar het leek onbeleefd verder aan te dringen.
Om zeven uur werd de gong geluid voor het eten. Arwen spoedde zich naar de eetzaal. Daar was het vol ridders. Vele ridders kende Arwen , maar er waren er ook die hij nog nooit gezien had. De eetzaal blonk en schitterde van alle pracht en praal. Hij ging naast Taurus zitten en ze praatten even. Ondertussen spiedde Arwen de zaal door of hij Felice zag. Eindelijk kwam ze binnen. Gevolgd door haar hofdames liep ze langzaam, ondertussen enkele ridders groetend, naar voren naar de hoofdtafel. Als altijd benam haar schoonheid Arwen de adem. Tegelijkertijd vroeg hij zich af wat zij te zeggen had in het bijzijn van zoveel ridders.
Hij moest nog wachten tot de eerste schalen met eten op tafel waren gezet. Toen stond ze op en nam het woord.
‘Beste ridders, beste Arwen.’
Arwen keek verward op. De jonkvrouw ging verder. ‘Wij zijn bijeen gekomen om een man te eren die van onschatbare waarde is geweest voor ons land en voor dit kasteel in het bijzonder. Arwen dacht: ‘waarom moet iedereen meeluisteren naar wat alleen ons tweeën aangaat?’
De jonkvrouw ging verder.
‘Arwen, ja jou bedoel ik met die ridder. ‘Jij bent er in grote mate verantwoordelijk voor dat de vijand teruggedrongen is naar het eigen land en de vrede getekend is. Daarom willen mijn vader en ik je eren met het vervullen van een wens van jou’.
Arwen begon te blozen. Ze zou toch niet echt… waar iedereen bij was?
‘Jouw wens, je hebt die meermalen verwoord bij het flakkerende haardvuur als het wapengekletter voor de nacht even was verstomd.  Jouw verlangen naar het spelen van een onschuldige strijd. Een toernooi met al je vrienden, wellicht met alle ridders van ons rijk. Welnu. Die droom komt morgen uit. Alle ridders, die zich konden vrijmaken zijn gekomen voor dit spektakel en het heeft zijne majesteit de koning behaagd om te komen en de winnaar aan te wijzen. Hij zal morgen arriveren.
Eet en drinkt allen. Er is genoeg en meer. Moge straks uw slaap diep en verkwikkend zijn zodat u allen morgen uitgerust aan de strijd kunt beginnen. Een strijd die dit keer een spel zal zijn en waar alleen plezier aan zal worden beleefd. Moge de beste ridder winnen!’
Iedereen begon te klappen en te roepen. ‘Hoera, hoera voor vrouwe Felice!’

Arwen klapte werktuiglijk mee. Was dit haar verrassing? Zijn ontgoocheling was groot. Hij wilde naar zijn kamer om de brief weer te lezen die hij zo verkeerd had begrepen. Ineens veranderde zijn ontreddering in woede. Eten ging hij. En drinken. Véél drinken. Slaap had hij niet nodig. Hij zou haar morgen wat laten zien! Dat hij niet alleen in oorlogstijd maar ook in het spel de beste ridder was. Hij keek met een wrange glimlach Taurus aan. ‘Proost jongen. Maak je borst maar nat.
Ik lust jullie rauw morgen. Jullie allemaal.’ 


De drie delen van Arwen zijn als vervolgverhaal in deze blog opgenomen. Toen dit derde deel af was bleek dat ik 300 woorden teveel had geschreven. De opdracht was 1800 woorden. Daarom heb ik meer dan 200 woorden geschrapt uit het hele verhaal en bij 'moi' opgeslagen. Dus als u behoefte voelt het complete, compactere verhaal nog eens door te lezen....


Geen opmerkingen: