dinsdag 5 december 2017

Beijing


 
Hoofdstuk 2
  
Beijing

Matthias keek om zich heen. Het plein was immens. Waarom heette het eigenlijk het Plein van de hemelse vrede, vroeg hij zich af.
‘Gaan we Mao nog bezoeken?’ vroeg Sjors. ‘Het is gratis.’
‘In dat geval,’ grinnikte Matthias.
Ze liepen naar het gebouw waar Mao opgebaard moest liggen. Er was een lange rij voor het mausoleum, gevormd door hoofdzakelijk Aziaten, ze zagen weinig westerlingen. Ze werden naar binnen geleid en vergaapten zich aan de kristallen kist. Toen Sjors een stap opzij deed werd hij hardhandig door ordebewakers met witte handschoenen terug in de rij geduwd. Toen ze niet veel later naar buiten kwamen en met hun ogen knipperden tegen het felle licht verbaasden ze zich over de tranen van veel mensen.
‘Hij was toch een dictator?’ fluisterde Matthias tegen Sjors. ‘Waarom huilen ze?’
‘Misschien een populaire dictator?’ antwoordde Sjors.

‘Nederlanders?’ vroeg een stem. Sjors en Matthias keken om. Ze zagen een lange jongen van hun leeftijd met rood warrig haar die een zware rugzak droeg.
‘Ja,’ zei Matthias aarzelend. Hij hield er niet van om op reis Nederlanders te ontmoeten. Liever maakte hij kennis met mensen van een andere nationaliteit. Optrekken met Nederlanders in het buitenland voelde wel héél vertrouwd. Soms kon je na lange tijd in den vreemde erg verlangen naar een Nederlandse stem, maar nu, pas een dag onderweg, kon hij nog goed zonder.
‘Gelukkig,’ zei de jongen. ‘Ik ben compleet de weg kwijt.’
‘Waar moet je heen?’ vroeg Sjors vriendelijk. Sjors was altijd vriendelijk tegen mensen in nood, stelde Matthias vast.
‘Leo Hostel, ik dacht, ik ga vanaf het vliegtuig eerst het beroemde plein bekijken, maar nu is de batterij van mijn telefoon leeg en weet ik bij god niet meer waar ik naartoe moet.’
‘Matt, zoek jij het eens op.’
‘Je bent hier dus ook net gearriveerd?’ Sjors richtte zich weer tot de jongen. Die had zijn rugzak afgedaan en ging er onder luid gepuf op zitten.
‘Sinds vanmorgen, ik kom uit Australië, daarvoor was ik in Zuid-Amerika.’ Hij keek er mismoedig bij alsof het niet iets was waar hij zelf voor had gekozen.
Wat een vervelende vent, dacht Matthias maar zocht toch het adres op van het hostel.
‘Kwartiertje lopen hier vandaan,’ zei hij.
‘We lopen wel met je mee,’ zei Sjors.
Shit, waar is Sjors nu weer mee bezig dacht Matthias geërgerd, ik heb helemaal geen behoefte aan andere mensen. Toch protesteerde hij niet. Hij liep voor hen uit in de richting die de app aangaf.
wordt vervolgd
Tot mijn schande heb ik nog geen titel. Volgende week? 
Denkt u maar mee, ik sta open voor suggesties.

Geen opmerkingen: