U krijgt het tweede deel van hoofdstuk 1 van mijn nieuwe boek, maar Ik heb nog geen titel! Voor volgende week beloof ik dat ik een werktitel heb.
Tweede deel
hoofdstuk 1 Het vertrek
‘Wakker?’
vroeg Sjors. Hij zag er zelf nogal verfomfaaid uit. Dikke ogen.
‘Mwah,’ zei
Matthias, ‘Niet veel geslapen vannacht, jij?’
‘Nee, er was
een feestje van Daan, dat wilde ik per se nog meepikken. Dorien zou ook komen.
Ik dacht, ik ga toch nog proberen te bewerkstelligen dat ze me niet vergeet, de
komende weken.’ Hij grijnsde bij die woorden. Dorien was het meisje waar hij al
een half jaar verliefd op was maar van wie hij niet veel sjoege kreeg. Toch
bleef hij proberen haar voor zich te winnen.
Wanneer
komen ze langs? dacht Matthias. Ze zaten in het vliegtuig, hij had dorst. Hij
keek het gangpad af, maar de stewards en stewardessen waren in geen velden of
wegen te bekennen.
Zijn
gedachten gingen automatisch weer terug naar de afgelopen dagen. Die waren helemaal
in beslag genomen door het afronden van zijn bachelor. Hij moest alleen zijn
thesis nog inleveren. Omdat hij zoveel tijd in de presentatie had gestoken was
er eigenlijk te weinig tijd meer over voor een gedegen verslag. Afgeraffeld had
hij het de laatste dag. Nu maar hopen dat het voldoende was. Hij had natuurlijk
dat weekje Frankrijk beter niet moeten doen. Maar ja, ‘spijt komt na de zonde,’
zei zijn moeder altijd.
Fideel van
Sjors dat hij de eerste dagen in Thailand had geregeld. Hij had het eerste
hostel in Bangkok besproken en uitgezocht hoe ze van Bangkok naar Laos konden
reizen. Ook had hij onderzocht hoe ze hun tijd in Beijing (de overstap kostte
twaalf uur), het beste konden besteden.
‘Hoelang is
het ook al weer vliegen?’
∞
Tot zover de reis vanuit de ogen van Matthias gezien. Maar wat denkt de
schrijver? Denkt de schrijver al vooruit? Naar het moment dat Sjors weer naar
huis vliegt en Matthias zich naar Phailin haast? Heeft de schrijver zich al
ondergedompeld in de constante temperatuur van 35 graden? De dagelijks om zes
uur ondergaande zon, de drukke dichtbevolkte steden en het groene platteland?
Denkt de schrijver nog verder? Tot aan het ondoordringbare oerwoud? Naar het
oogverblindend groen en het oorverdovend getril, gezoem en gekrijs van haar
bewoners?
∞
Matthias had
nog geen weet nog van het oerwoud. Hij probeerde de man te ontwijken die naast
hem zat en zijn 17” laptop openklapte.
‘Het lijkt
wel of ze die vliegtuigen elk jaar kleiner maken,’ mopperde Sjors, terwijl hij
worstelde met het klaptafeltje. Zijn benen pasten er nauwelijks onder. Matthias
had daar geen hinder van, maar hij kreeg een, weliswaar onbedoelde, por van
zijn buurman.
‘Straks wel
even wisselen van stoel,’ mompelde hij tegen Sjors, die aan het gangpad zat.
‘Dacht het niet,’
zei Sjors.
Eindelijk
kwamen de stewards langs. Ze bestelden bier. Vervolgens deden ze hun oortjes in
en terwijl Sjors luisterde naar zijn playlist op Spotify begon Matthias aan een
luisterboek. Acht delen Harry Potter. Nooit te oud voor Potter dacht hij. En zo
begon de lange vlucht naar Beijing.
wordt
vervolgd